Beleggings Woordenlijst

Een eigendomsrecht in een bedrijf. Wanneer je een aandeel koopt, word je mede-eigenaar van dat bedrijf en heb je recht op een deel van de winst.

Alles wat waarde heeft en eigendom kan zijn. In beleggen omvat dit aandelen, obligaties, onroerend goed en grondstoffen.

Alle bezittingen van een persoon of bedrijf die waarde hebben, zoals cash, aandelen, obligaties en onroerend goed.

Een gezamenlijke investering waarbij geld van veel beleggers wordt samengevoegd om in verschillende waardepapieren te beleggen.

De verzameling van alle beleggingen die een persoon bezit, zoals aandelen, obligaties en fondsen.

Een marktomgeving waarbij de prijzen van effecten met 20% of meer dalen ten opzichte van recente hoogtepunten.

Een marktomgeving waarbij de prijzen van effecten stijgen door wijdverbreid optimisme en vertrouwen van beleggers.

Een uitkering die een bedrijf doet aan zijn aandeelhouders, meestal als een verdeling van de winst.

Het spreiden van beleggingen over verschillende waardepapieren om het risico te verminderen.

Het jaarlijkse dividend per aandeel gedeeld door de huidige aandeelprijs, uitgedrukt als percentage.

Een beleggingsfonds dat een index, grondstof, obligaties of mandje van activa volgt, maar handelt als een aandeel.

De jaarlijkse vergoeding die fondsen hun aandeelhouders berekenen, uitgedrukt als percentage van het beheerde vermogen.

De belangrijkste effectenbeurs in Europa, waar Nederlandse aandelen worden verhandeld.

Een maatstaf die de prestaties van een groep aandelen weergeeft, zoals de AEX of S&P 500.

Een beleggingsfonds dat een specifieke marktindex probeert na te bootsen.

De actuele prijs waarvoor een aandeel of ander financieel instrument wordt verhandeld.

De uitgaven die verbonden zijn aan het kopen, verkopen en bezitten van beleggingen.

De totale waarde van alle aandelen van een bedrijf, berekend door de aandeelprijs te vermenigvuldigen met het aantal uitstaande aandelen.

Een beleggingsfonds waarbij geld van verschillende beleggers wordt samengevoegd om te beleggen in verschillende waardepapieren.

Een schuldpapier waarbij je geld uitleent aan een bedrijf of overheid in ruil voor rente en terugbetaling.

De kosten die een broker rekent voor het uitvoeren van een koop- of verkooporder.

Koers-winstverhouding, een waarderingsmaatstaf die de huidige aandeelprijs vergelijkt met de winst per aandeel.

Een verzameling beleggingen die door een persoon of instelling wordt aangehouden.

Het percentage winst of verlies op een belegging over een bepaalde periode.

Het vermogen en de bereidheid van een belegger om verliezen in beleggingswaarden te verdragen.

De vergoeding die je ontvangt voor het uitlenen van geld, meestal uitgedrukt als jaarlijks percentage.

Het verschil tussen de bied- en laatprijs van een aandeel.

Een order om een aandeel te verkopen wanneer de koers tot een bepaald niveau daalt.

De mate van variatie in handelsprijzen over tijd, gemeten door de standaarddeviatie van rendementen.

Het professioneel beheren van beleggingen namens cliënten.

De nettowinst van een bedrijf gedeeld door het aantal uitstaande aandelen.

Een beleggingsstrategie waarbij je zoekt naar aandelen die onder hun werkelijke waarde worden verhandeld.